Wetgeving

De wetgeving ten aanzien van kwekersrecht en toelating tot de rassenverkeerslijst is divers en gebaseerd op internationale wetgeving. Zo is er een nationaal kwekersrecht (gebaseerd op de Zaaizaad- en plantgoedwet) en een communautair kwekersrecht (gebaseerd op de communautaire kwekersrechtverordening). Beide zijn gebaseerd op het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV).

Daarnaast raakt de kwekersrechtwetgeving aan wetgeving op diverse andere rechtsgebieden zoals de wetgeving op het gebied van patenten, biodiversiteit en genetische modificatie.

Op deze pagina vindt u de meest relevant wetgeving rond het nationaal en internationaal kwekersrecht en de toelating van rassen en opstanden tot de rassenverkeerslijst.

Zaaizaad- en plantgoed wet 2005 c.a.

Kwekersrecht

De Raad voor plantenrassen verleent nationaal kwekersrecht. Het nationaal kwekersrecht is geregeld in hoofdstuk 7 van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005. Doel van het kwekersrecht is om nieuwe plantenrassen te beschermen. De kweker van een plantenras met nieuwe eigenschappen krijgt gedurende een bepaalde periode een exploitatie monopolie op het teeltmateriaal er van. Dit monopolie dient niet alleen als beloning voor zijn veredelingswerk, maar stelt de kweker ook in staat zijn gedane investeringen terug te verdienen.

Bovendien stelt het ter beschikking komen van plantaardig materiaal met nieuwe, nuttige eigenschappen derden in de gelegenheid daarop voort te borduren en zodoende steeds betere rassen voort te brengen ten behoeve van, bijvoorbeeld, de voedselvoorziening.

Toelating tot het nationaal rassenregister

Daarnaast besluit de Raad over de toelatingen van rassen tot het nationaal rassenregister. Toelating is geregeld in de hoofdstukken 4 en 5 van de wet.

Communautair kwekersrecht c.a.

De verordening voorziet in de mogelijkheid om via 1 centraal ingediende aanvraag een kwekersrecht te verkrijgen dat geldig is binnen de gehele Europese Unie. De uitvoering is in handen van het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CPVO), dat is gevestigd in Angers.

Communautair kwekersrecht vs nationaal kwekersrecht

Een communautair kwekersrecht is van kracht in alle landen van de EU. Eerder verleende nationale kwekersrechten voor een ras worden ‘slapend’, zodra en voor zolang voor dat ras een communautair kwekersrecht van kracht is. Na de toekenning van een communautair kwekersrecht kunnen de EU-landen geen nationaal kwekersrecht meer voor het betrokken ras verlenen. In sommige gevallen is er, ondanks het communautaire kwekersrecht, toch behoefte aan het Nederlandse kwekersrecht. Bijvoorbeeld als de kweker zijn belangen voldoende beschermd vindt door een Nederlands kwekersrecht of als kosten een rol spelen.

Indien een rechthebbende besluit om na verloop van tijd zijn communautair kwekersrecht op te geven dan herleeft het nationale kwekersrecht. Op deze wijze blijft er dan altijd nog een nationaal recht over.